Financiering

Gemeentefinanciering

Financieringspositie

In 2023 hadden wij voorlopig rekening gehouden met een financieringsbehoefte van € 40 miljoen. In werkelijkheid hebben wij ook in 2023 geen nieuwe lange leningen aangetrokken.
De belangrijkste oorzaken voor deze lagere behoefte zijn:

  • Er is fors meer geld via de Algemene Uitkering ontvangen dan begroot, zie ook het jaarrekeningresultaat.
  • Investeringsuitgaven bleven marginaal achter bij wat initieel begroot was.
  • In het sociaal domein waren vooral de lagere besteding op WMO en meer inkomsten dan uitgaven voor de opvang Oekraïners in 2023 redenen voor deze ontwikkeling.
  • In de exploitatie waren meerdere tegenvallers maar ook diverse meevallers per saldo gunstiger voor de financieringsbehoefte.
  • Er zijn meer vooruit ontvangen (subsidie)gelden binnen gekomen, die nog niet besteed zijn, en nu niet tot de exploitatie worden gerekend.

Om de totale schuldontwikkeling te beschouwen moeten we de liquide middelen, de opgenomen korte leningen en de lange leningen en de middelen in Rijks-Schatkist bij elkaar nemen en afzetten tegen de stand begin 2023. Hieruit blijkt dat de totale schuld met circa € 34 miljoen is afgenomen.

Mutaties leningenpartefeuille

Begroting 2023

Rekening 2023

Bedragen (x € 1 mln)

Gemiddelde rente

Bedragen (x € 1 mln)

Gemiddelde rente

Stand per 1 januari

374,3

1,53%

374,3

1,53%

Nieuwe leningen

40,0

2,90%

0,0

nvt

Reguliere aflossingen

40,7

2,51%

40,7

2,51%

Vervroegde aflossingen

0,0

0,0

Renteherzieningen

0,0

0,0

Stand per 31 december

373,6

1,56%

333,6

1,40%

We zien een behoorlijke afname van onze lange schulden. In de begroting hielden wij rekening met een gelijkblijvende lange schuld. De liquiditeitspositie ontwikkelde zich dusdanig positief dat er geen nieuwe lange leningen nodig waren. De belangrijkste redenen voor deze afwijking staan hier boven genoemd. De gemiddelde rente is per eind 2023 gedaald ten opzichte van begin 2023.

Leningen kunnen een zogenaamde marktwaarde krijgen, doordat de rente in de markt steeds verschillend is. De marktwaarde ontstaat als de actuele rente afwijkt van de rente van een langlopende lening die we eerder hebben afgesloten. Is de actuele marktrente lager dan heeft de lening voor ons een negatieve marktwaarde, is de marktrente hoger dan heeft de lening voor ons een positieve marktwaarde. De marktwaarde berekenen we als volgt. We trekken de rente van de 'oude' lening af van de actuele rente. Het verschil ‘vermenigvuldigen’ we met de hoofdsom van de lening. De uitkomst daarvan vermenigvuldigen we met de resterende looptijd van de lening. Op het eind van de looptijd van de lening is de resterende looptijd nul. Er is dan dus geen verschil meer en de marktwaarde is dan dus nul.

Nu de rente in 2023 behoorlijk in beweging is geweest, zien we een gevarieerd beeld van de verschillen tussen de actuele rente en de rente waartegen de leningen in het verleden zijn afgesloten, We hebben over onze totale financieringspositie een berekening gemaakt van het verschil bij de contractuele rente en de huidige marktrente. Daar komt een positieve marktwaarde van € 6,9 miljoen uit per 31 december 2023. Voor de reguliere leningen met een vaste rente is de positieve marktwaarde € 12,8 miljoen, voor leningen met een rente-instrument is dat € 5,9 miljoen negatief.

Deze pagina is gebouwd op 06/21/2024 09:28:58 met de export van 06/12/2024 13:13:55