Paragrafen

Financiering

Algemene ontwikkelingen

De ingeslagen weg in 2022 om de INFLATIE te beteugelen, is in 2023 onverdroten voortgezet. Elke 6 weken heeft de ECB de rente naar boven bijgesteld om kernachtig de inflatie verder terug te dringen. Met de tot nu toe laatste verhoging jongstleden september, zijn beleidsmakers ervan overtuigd dat de rente niet verder omhoog hoeft. Met het hoogste niveau van nu 4,0% ooit in Euro-tijdperk, denken marktpartijen dat de rente in de loop van 2024 weer omlaag zou kunnen.

Korte rente
De korte depositorente is in 2023 door de Europese Centrale Bank (ECB) zes maal verhoogd. Het gevolg was dat als partijen geld wilden stallen bij de  ECB zij steeds een hogere rentevergoeding ontvingen. Dit was ook zeer gunstig voor de middelen die wij tijdelijk in Rijks Schatkist stalden. Waar wij begin van het jaar nog een kleine twee procent ontvingen liep deze steeds verder op om vanaf half september op een niveau van 3,9% te stabiliseren richting eind van het jaar. Daartegenover staat dat de 3-maands Euribor ook verder is gestegen, op  31 december 2023 stond deze op +3,893%. In de begroting hadden wij gerekend met 1,5% voor leningen met een korte looptijd. De liquiditeitspositie was geheel 2023 dusdanig gunstig dat wij geen leningen met korte looptijd nodig hadden om in de financieringsbehoefte te kunnen voorzien. Voor een verdere toelichting hierover verwijzen wij naar het onderdeel Schatkistbankieren over deze ontwikkelingen.
De huidige marktverwachting is dat de 3-maands Euriborrente ergens in de loop van 2024 kan gaan dalen. Nu de inflatie lijkt af te nemen is de verwachting dat de ECB in 2024 de rente niet verder zal verhogen, mogelijk een eerste renteverlaging. De ECB blijft zeker waakzaam ten aanzien van de inflatie. De markt is meer beducht voor een recessiegevaar en denkt dat daar uiteindelijk ook naar gehandeld zal worden.

Lange rente
De lange rente (basis is 10-jaars swaprente) was tot oktober ook opgelopen, enigszins vergelijkbaar met de korte rente verder opgelopen, echter vanaf oktober lijkt deze 10-jaarsrente voor te sorteren op toekomstige renteverlagingen door centrale banken, door behoorlijk te dalen, zelfs ruim beneden het niveau van het begin van het jaar. Hierdoor hebben we te maken met een duidelijke zogenaamde inverse rentestructuur. Dat wil zeggen dat rente voor kortlopende leningen hoger is dan de rente voor lang lopende leningen. Begin van het jaar stond de lange rente op +3,16%, eind van het jaar kwam deze uit op +2,49%. Daarmee heeft de lange rente al met al een daling van bijna 0,7% doorgemaakt ten op zichtte van begin 2023. Wij hadden bij het opstellen van de begroting een inschatting van de rente gemaakt met een bandbreedte tussen 1,8% en +2,8% en rekende in de begroting met 2,9%, inclusief de zogenaamde liquiditeitsopslag van 0,2%. Wij hebben in 2023 in het geheel geen nieuwe lange leningen aangetrokken, dus geen "last" gehad van deze "relatief" hoge rente. Voor een verdere toelichting hierover verwijzen wij naar het onderdeel financiering verderop in deze paragraaf.

Er is een bedrag in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing voor risico's berekend, waarvan het feit dat de rente anders kan verlopen dan vooraf ingeschat, onderdeel uitmaakt, dit is geen toprisico. Uit de alinea (3.2.1.) over renterisicobeheer blijkt dat een eventuele rente stijging gedempt wordt door een grotere spreiding van de leningenportefeuille dan de wettelijk kaders voorschrijven.

Schatkistbankieren
Met betrekking tot de Wet schatkistbankieren kunnen wij melden dat er gedurende het gehele jaar geld was gestald in Rijks schatkist. Bij aanvang van het jaar stond er € 36 miljoen in Rijks schatkist. Door het goed monitoren van onze banksaldi zijn wij ruimschoots binnen de toegestane drempelwaarden van de wet gebleven. Nadat wij de geplande aflossingen op de leningen hadden gedaan, was het saldo aan het eind van het jaar nog € 30 miljoen. (Wij hadden geen mogelijkheden om andere leningen vervroegd af te lossen.) De belangrijkste redenen voor de afname van dit saldo in de Schatkist zijn (grond)aankopen, investeringen en aflossingen van bestaande leningen enerzijds en het jaarrekeningresultaat anderzijds. Voor de berekening van het drempelbedrag verwijzen wij u naar de tabel Schatkistbankieren in de toelichting op de balans.

De Wet Hof (Houdbare overheidsfinanciën) speelt een belangrijke rol met betrekking tot de investeringsruimte (grof vertaald meer kasuitgaven dan inkomsten) voor de decentrale overheden en het Rijk. Uiteindelijk is besloten om ook voor 2023 een landelijke EMU-tekortnorm van 0,27% van het bbp voor alle gemeenten gezamenlijk te hanteren.  Dit hele criterium heeft afgelopen jaar nauwelijks aandacht gevergd, gezien het positieve verloop van onze liquiditeitspositie. De norm kwam nooit in beeld. De vooraf bepaalde referentiewaarde was € 24,884 miljoen. In werkelijkheid zijn wij uitgekomen op € 14,6 miljoen.

Aangepaste regelgeving
Eind 2014 is de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO) als onderdeel van de Wet Financiering Decentrale Overheden (FiDO) aangepast. De beperkingen die zijn opgelegd gaan minder ver dan bij de overige publieke entiteiten. De ratingeisen voor de mogelijke tegenpartijen zijn aangepast aan de huidige realiteit, dat willen zeggen dat er wettelijk nu een single A-rating als ondergrens geldt. Wij hanteren in ons Treasurystatuut voorlopig nog een ondergrens van AA-. Vanuit spreiding in de financieringsvormen ligt de voorkeur bij nieuwe financieringen niet op de eerste plaats bij de inzet van rente-instrumenten. In de prijzen van de nieuwe leningen houden we rekening met een opslag, de zogenaamde liquiditeitstoeslag. Deze bewoog de afgelopen periode op het niveau van circa 0,20% bij een 10-jaars lening. We verwachten dat deze opslag in 2024 op een iets hoger niveau zal liggen.

De administratieve organisatie van de Treasuryfunctie is georganiseerd conform het door ons in 2014 vastgestelde Treasurystatuut. In 2020 heeft er kleine aanpassing op het statuut plaatsgevonden, hierdoor konden operationele activiteiten eenvoudiger worden uitgevoerd. Het Treasurystatuut wordt naar verwachting in 2024 geactualiseerd.

Deze pagina is gebouwd op 06/21/2024 09:28:58 met de export van 06/12/2024 13:13:55