Doelen & prestaties

1.1.1 In 2023 is de totale hoeveelheid fijn restafval per persoon verder gedaald dan in 2022, in 2025 nog maar 30 kg.

1.2.1 Inzet van de OVIJ bij het uitvoeren wettelijke (milieu)taken

1.1.1 & 1.1.2. & 1.1.3: Er is sprake van toegenomen vervuiling in het PMD. Deze tendens is reeds in 2022 ingezet en we zien nu dat dit ook een nadelig effect heeft op de exploitatie van onze afvalbegroting in 2023. Reden is dat men vanuit het Afvalfonds strenger is gaan controleren en er ook daadwerkelijk meer vervuiling in zit. Tevens is er door de statiegeldregeling een schone deelstroom uit het PMD verdwenen. Dit alles heeft effect op de inzamelvergoeding uit het Afvalfonds die dan niet ontvangen wordt. We hadden in 2023 daarom ook een nadeel op de bijdrage uit het Afvalfonds.
Dit is een landelijk probleem dat permanent op de agenda van het overleg tussen overheid en het afvalfonds staat. Daarnaast moet het afgekeurde PMD als restafval tegen kosten afgevoerd worden en worden er hierdoor diftar-opbrengsten op restafval gemist.
Voor een nadere toelichting op het financiële resultaat van de afvalexploitatie verwijzen we u naar de financiële paragraaf.

Naast negatieve financiële gevolgen heeft afkeur van het PMD een fors negatief effect op onze inzameldoelstelling van 30 kg/inw/jaar (zie de effectindicator "Omvang fijn huishoudelijk restafval") en het gewenste scheidingspercentage van 75%. Per saldo verdwijnen er hierdoor waardevolle afvalstoffen in de verbrandingsoven. Dit vinden wij ongewenst.

Overigens verwachten we dat ook in en na 2024 het risico rondom de vervuiling en afkeur van PMD nog zal bestaan. We zetten ons in om het tij te keren door maatregelen te treffen, onder meer door extra communicatie, handhaving en gesprekken met verwerkers en het Afvalfonds.