Home

Jaarrekening

Waarderingsgrondslagen

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

De kosten van het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de lening volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde materieel of financieel vast actief.
Indien geen nieuwe lening wordt aangetrokken zijn de kosten van vervroegde aflossing (boeterente) niet geactiveerd, maar als last verantwoord.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:
- Er is sprake van een investering door een derde.
- De investering draagt bij aan de publieke taak.
- De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen.
- De bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden is verstrekt.

Materiële vaste activa
Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste activa:
- investeringen met een economisch nut;
- investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven;
- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut > € 50.000 worden conform de financiële verordening geactiveerd.

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de gebruiksduur afgeschreven.

Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten) verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

De gehanteerde afschrijvingstermijnen alsmede de afschrijvingsmethode zijn opgenomen in de Financiële verordening 2023 van de gemeente Apeldoorn, zoals laatstelijk vastgesteld door de gemeenteraad in haar vergadering d.d.16 februari 2023. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.

De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud, bodemsaneringen en het baggeren van watergangen zijn niet levensduur verlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste van de exploitatie of de gevormde voorziening gebracht.

Buiten gebruik gestelde vaste activa
Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.

Erfpacht
In erfpacht uitgegeven gronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, waarbij de uitgifteprijs van eerste uitgifte geldt als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd
tegen registratiewaarde. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Warme gronden
Gronden verworven met het oog op gebiedsontwikkeling, maar waarvoor nog geen operationele grondexploitatie is vastgesteld, worden in de regel geduid als ‘warme gronden’. Deze worden verantwoord onder materiële vaste activa (artikel 52 lid 1 onderdeel a BBV) tegen de verwervingskosten. Het toerekenen (activeren) van andere kosten is daarbij niet toegestaan.

In de bepaling of er bij deze ‘warme gronden’ sprake is van een duurzame waardevermindering, zoals bedoeld in artikel 65 BBV lid 1, kan onder de volgende cumulatieve voorwaarden uitgegaan worden van de waarde in toekomstige bestemming in plaats van de geldende bestemming:

  • de gronden moeten deel uitmaken van een door de gemeenteraad vastgestelde visie of masterplan voor (een) concrete en binnen afzienbare tijd te starten grondexploitatie(s), waarin de gebiedsontwikkeling van totaalplan naar deelgrondexploitaties is vastgelegd;
  • de (toekomstige) bestemming(en)/functies (ontwikkeling) betreffende het plangebied dien(en)t goed onderbouwd te worden;
  • de gebiedsontwikkeling mag niet zodanig conflicteren met de uitkomst van de inventarisatie van bedreigingen die de ontwikkeling in de weg kunnen staan, bijvoorbeeld op het gebied van milieu of bereikbaarheid;
  • de visie/het masterplan mag niet strijdig zijn met beleid van de provincie en/of rijk;
  • periodiek (minimaal eens in de 2 jaar) worden de gronden getaxeerd tegen de waarde volgens de toekomstige bestemming, met inachtneming van de inherente onzekerheden van de ontwikkelmogelijkheden.

Stikstofrechten
Aangekochte stikstofrechten worden verantwoord als onderdeel van de kostprijs. Vervolgens wordt getoetst in hoeverre sprake is van een duurzame waardevermindering (artikel 65 BBV) van het vastgoed door de marktwaarde op basis van taxaties van het vastgoed te bepalen. Indien daar sprake van is, wordt het vastgoed tegen de lagere marktwaarde op de balans opgenomen. De stikstofbalans wordt onder de niet uit de balans opgenomen rechten en verplichtingen opgenomen.

Financiële vaste activa
De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) verminderd met de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid op de boekwaarde in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.

Voorraden

Grond- en hulpstoffen
Grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs worden de grond- en hulpstoffen tegen deze lagere marktwaarde gewaardeerd.

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de grondexploitatie geopend en kunnen vervaardigingskosten worden geactiveerd.

De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Indien de boekwaarde de marktwaarde van de grond overschrijdt, wordt een afwaardering naar de lagere marktwaarde verantwoord/wordt een voorziening voor het verwachte negatieve resultaat getroffen. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten (limitatief opgesomd in de kostensoortenlijst zoals opgenomen artikel 6.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs worden daarnaast een redelijk deel van de indirecte kosten opgenomen en is de werkelijk over vreemd vermogen betaalde rente over het boekjaar toegerekend. De rente is toegerekend over de boekwaarde van de grondexploitatie per 1 januari van het betreffende boekjaar.

Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd wordt tussentijds naar rato van de voortgang van de kosten en de opbrengsten winst worden genomen. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:

1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).

De verliezen op grondexploitaties worden voorzien zodra deze bekend zijn.  De voorziening wordt gewaardeerd op contante waarde. De disconteringsvoet die is gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties is voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone (voor 2023: 2%).

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.

Liquide middelen
De liquide middelen hebben we opgenomen voor de nominale waarde.

Overlopende activa
De overlopende activa hebben we opgenomen voor de nominale waarde.Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Deze voorziening wordt statisch bepaald.

Eigen vermogen
In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van de gemeenteraad. Daarom worden reserves ook wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra de raad aan een reserve een bepaalde bestemming heeft gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden kunnen bestemmingsreserves naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Mutaties in reserves zijn enkel mogelijk op basis van een raadsbesluit genomen voor het einde van het betreffende begrotingsjaar. De reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Voorzieningen
Volgens het BBV moeten we voorzieningen maken in deze vier gevallen:

  • Er zijn verplichtingen en verliezen waarvan we de hoogte op de balansdatum niet zeker weten, maar wel redelijk kunnen inschatten;
  • Er zijn op de balansdatum risico’s die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan we de hoogte al redelijk kunnen inschatten;
  • We moeten in de toekomst kosten maken. Maar we mogen dan alleen een voorziening maken, als de kosten voor de balansdatum ontstonden en de voorziening bedoeld is om de lasten gelijk te verdelen over een aantal begrotingsjaren;
  • We gaan middelen van derden in de toekomst besteden.

De APPA -voorziening wordt gewaardeerd tegen actuariële waarde. Voor de actuariële waardeberekeningen zijn de volgende grondslagen gehanteerd:
 - Berekeningsdatum :   31 december 2023
 - Rekenrente :      3,16%
 - Sterftetafel :      GBM/V 2016-2021 met leeftijdsterugstellingen
 - Indexatie:      3,03%

Verliesvoorzieningen binnen het grondbedrijf worden gewaardeerd tegen contante waarde ter hoogte van het voorzienbare verlies. Wanneer de voorziening groter is dan de boekwaarde van de betreffende bouwgrond in exploitatie, wordt het restant van de voorziening dat niet kan worden gesaldeerd, aan de passiva zijde van de balans onder de voorzieningen gepresenteerd.

Overige voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde,

Vaste schulden, met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
De vaste schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom) verminderd met het totaal
van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of
langer.

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

Garant- en borgstelling
De garant- en borgstellingen worden in de niet uit de balans blijkende verplichtingen tegen de nominale waarde opgenomen.

Gebeurtenissen na balansdatum
Tussen het einde van het boekjaar en de vaststelling van de jaarrekening hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan, die van belang zijn voor het inzicht van de financiële positie van de gemeente Apeldoorn en die niet zijn verwerkt in deze jaarrekening.

Vennootschapsbelasting
Vanaf 2016 zijn wij als gemeente vennootschapsplichtig. In de jaarrekening is dit verwerkt op taakveld 0.9.

Deze pagina is gebouwd op 06/21/2024 09:28:58 met de export van 06/12/2024 13:13:55